skip to Main Content

2017 vruchtbaar cao-jaar

  • 14 december 2017
Volgens werkgeversorganisatie AWVN is 2017 een vruchtbaar cao-jaar. Dit jaar kregen 3,5 miljoen werknemers een nieuwe cao. Dit betreft 70% van de werknemers die onder een cao vallen. Van alle werknemers in Nederland heeft momenteel 80% een lopende cao. Dat is volgens AWVN een relatief hoog percentage.
De gemiddelde afgesproken loonstijging in 2017 bedraagt 1,71%. Dat gemiddelde is sinds het begin van het jaar voortdurend opgelopen als gevolg van de sterk aantrekkende economie en verbeterde vooruitzichten van bedrijven. In november kwamen 25 akkoorden tot stand voor 430.000 werknemers. De gemiddelde contractloonstijging in november bedraagt 1,97%, net iets hoger dan die van oktober (1,96%). Tot dusver zijn in het 2017-seizoen 330 akkoorden afgesloten voor de 465 in 2017 aflopende contracten. Dat is 71%, een normaal percentage. AWVN verwacht niet dat december de jaarcijfers nog sterk zal beïnvloeden. Daarvoor is het aantal cao’s dat in december is afgesloten en nog zal worden afgesloten te klein. Bron: AWVN 14-12-2017
Lees verder

Gemaakte vluchtkosten aftrekbaar als scholingsuitgaven

  • 12 december 2017
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemaakte vluchtkosten in het kader van een leertraject als scholingskosten aftrekbaar zijn. Het gaat om kosten ter behoud van vliegvaardigheden en de vluchten zijn onder het gezag van een instructeur uitgevoerd.
Een man die in 2012 met succes een opleiding tot verkeersvlieger heeft afgerond met een zogenoemde frozen ATPL, waarbij ATPL staat voor Airline Transport Pilot License, werkt vanaf 2015 in de luchtvaart. In zijn aangifte IB/PVV met betrekking tot het jaar 2013 heeft hij een bedrag van € 10 124 afgetrokken als scholingsuitgaven. Deze aftrek werd door de inspecteur niet toegestaan omdat de man volgens de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de uitgaven verband houden met een leertraject. In hoger beroep komt de inspecteur deels op zijn standpunt terug en is de aftrek van een bedrag van € 457 als scholingsuitgaven nog in geschil. Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt ter zake dat de man in het kader van een gemaakt vluchtprogramma driemaal een vlucht gemaakt. Een vlieginstructeur heeft in samenspraak met de man een kort lesprogramma samengesteld om de vliegvaardigheden zoals die gelden voor het ATPL te kunnen behouden. De oefeningen zijn tijdens de vlucht onder gezag van die instructeur uitgevoerd en beoordeeld. De man heeft nog aangevoerd dat hem vooraf documentatie is toegestuurd ter voorbereiding op de oefeningen die gedurende de vlucht worden gedaan en dat deze oefeningen ook kort voor de vlucht met de instructeur zijn doorgenomen. Het hof beslist dat de man daarmee voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het door hem gevolgde programma worden beschouwd als een leertraject. Alle door hem opgevoerde kosten zijn als scholingskosten aftrekbaar. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 21-11-2017
Lees verder

Gastouder is ondernemer voor de inkomstenbelasting

  • 12 december 2017
Volgens Rechtbank Noord-Holland kwalificeert de gastouder als ondernemer voor de inkomstenbelasting. Zij voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Er is sprake van voldoende zelfstandigheid ten opzichte van haar opdrachtgevers en zij loopt ondernemersrisico.
Een vrouw is sinds 2010 geregistreerd gastouder van meerdere gastkinderen. Haar omzet is vanaf de start toegenomen van € 10.231 (2010) tot € 21.960 (2013). Haar inkomsten heeft zij steeds aangegeven als resultaat uit overige werkzaamheden. Voor het jaar 2013 heeft zij zich op het standpunt gesteld dat zij een ondernemer is voor de inkomstenbelasting. Ze heeft daarbij verzocht om toepassing van de MKB-winstvrijstelling, de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. De inspecteur acht de vrouw geen ondernemer. Volgens hem heeft de vrouw onvoldoende zelfstandigheid ten opzichte van haar opdrachtgevers (de gastouderbureaus) en loopt zij onvoldoende ondernemersrisico. Rechtbank Noord-Nederland ziet dit echter anders. De rechtbank oordeelt dat de vrouw inderdaad winst uit onderneming geniet. Haar activiteiten voldoen aan de eisen van duurzaamheid, omvang, beschikbare tijd en het aantal opdrachtgevers. De rechtbank acht het ook aannemelijk dat de vrouw ondernemersrisico loopt. In de eerste plaats gaat het daarbij om debiteurenrisico voor als haar opdrachtgevers de facturen niet betalen. De gastouderbureaus vervullen namelijk slechts een kassiersfunctie. De vrouw loopt verder ook inkomensrisico doordat er bij ziekte, vakanties en afwezigheid anderszins voor haar geen inkomsten zijn. De tussenkomst van gastouderbureaus is noodzakelijk, omdat de vraagouders anders geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de vrouw commercieel volledig zelfstandig van de gastouderbureaus haar activiteiten verricht. De rechtbank verklaart het beroep van de vrouw dan ook gegrond. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 6-10-2017
Lees verder

Subsidie voor loopbaanadvies 45-plussers

  • 12 december 2017
Ruim 25.000 werkenden die 45 jaar of ouder zijn, kunnen zich aanmelden voor een Ontwikkeladvies. Met dit persoonlijke loopbaanadvies krijgen ze een beeld van hun situatie op de arbeidsmarkt. Vervolgens kunnen ze met een loopbaancoach bepalen welke...
Lees verder

Een woonbestemming maakt nog geen woning

  • 8 december 2017
Voor het lage overdrachtsbelastingtarief van 2% voor woningen moet er op het moment van eigendomsoverdracht sprake zijn van een gebouw dat naar zijn aard bestemd is voor bewoning. Een naar woondoeleinden gewijzigde bestemming verandert daar niets aan. Dit bleek uit een zaak die voor Hof Arnhem-Leeuwarden.
Een bv had in 2015 een kantoorgebouw gekocht van een stichting voor € 1.285.097. Twee maanden later verkocht de bv dit pand aan een vrouw voor € 1.350.000. Daarbij werd een aannemingsovereenkomst gesloten om het pand - exclusief benedenverdieping – te laten verbouwen tot 29 woonappartementen. De stichting droeg de juridische eigendom van het pand over aan de vrouw. Daarbij was op dat moment sprake van een wijziging naar woonbestemming en een omgevingsvergunning met woonbestemming voor de te realiseren 29 appartementen. De vrouw voldeed op aangifte 6% overdrachtsbelasting over € 1.350.000 en maakte vervolgens bezwaar tegen haar aangifte, omdat zij vond dat slechts 2% overdrachtsbelasting verschuldigd was over het aan de woonappartementen toe te rekenen gedeelte van de koopsom (de 29 nog te realiseren woonappartementen). Zij stelde dat het pand deels als woning was aan te merken, omdat bij verkrijging al vaststond dat 29 woonappartementen zouden worden gerealiseerd en dat voor de toepassing van het tarief gekeken moest worden naar de feitelijke situatie bij oplevering van de appartementen. Het hof volgde de vrouw niet hierin. Het hof overwoog dat nu het pand ten tijde van levering naar zijn aard een kantoorgebouw was, waaraan ook nog geen aanpassingen waren verricht, geen sprake was van een woning. Een onroerende zaak die geen woning is, maar wordt verbouwd tot woning komt niet in aanmerking voor het lage tarief van 2%. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 14-11-2017
Lees verder

Verwachtingen voor 2018 positief

  • 8 december 2017
De industriële sector verwacht voor 2018 voor 16% meer investeringen in materiële vaste activa dan in 2017. Vooral de aardolie- en chemiebranche zijn positief gestemd.
Terwijl dit jaar vooral veel vervangingsinvesteringen zijn gedaan, verwachten ondernemers in de industriële sectoren volgend jaar meer nieuwe gebouwen, fabrieken, machines, vervoermiddelen en computers in gebruik te zullen nemen. Ondernemers in de aardolie- en chemiebranche verwachten in 2018 een toename van de investeringen van 39% ten opzichte van 2017. Ook in 2017 kende die branche aanmerkelijk meer investeringen dan het jaar daarvoor. Verwacht wordt dat eind 2017 de investeringen in die branche 40% hoger liggen dan in 2016. In 2017 heeft de sector een aantal grootschalige activa in gebruik genomen en voor 2018 staan nieuwe ontwikkelprojecten op de planning. In de totale industrie verwachten producenten aan het eind van dit jaar 19% meer geïnvesteerd te hebben dan in 2016. Begin dit jaar was de verwachting nog dat de investeringen 13% hoger zouden liggen dan in 2016 toen de industrie bijna 8 miljard euro in materiële vaste activa investeerde. De hogere investeringsverwachtingen vallen samen met een toename van het productenvertrouwen. De hogere investeringsverwachtingen zijn in lijn met het saldo van positief en negatief gestemde producenten voor volgend jaar (10,6%). Bron: CBS 8-12-2017
Lees verder

Telefonisch horen geen recht

  • 6 december 2017
Bestuursorganen zijn niet verplicht om belastingplichtigen op hun verzoek telefonisch te horen. Het weigeren hiervan leidt volgens Hof Amsterdam niet tot schending van de hoorplicht. Een man maakte bezwaar tegen de WOZ-waarde van de tot zijn nalat...
Lees verder
Back To Top